donderdag 17 september 2009

Henk Mooij in vogelvlucht

Henk Mooij geboren op 24 juni 1930 te Rotterdam groeit op in een artistiek gezin in Barendrecht. Zijn vader Dirk Mooij is actief in de antroposofische vereniging en schildert en zijn moeder beheert een handel in verantwoorde kunstnijverheidsproducten. Zijn zus Annie Mooij maakt weefwerk. Al jong is hij gefascineerd door het leem op de bodem van de zandbak, dat zich anders gedraagt dan los zand. Het behoudt namelijk de vorm, die hij er aan geeft. Iets ouder speelt hij nog steeds graag met klei en water en wordt hij “de kneder” of “de boetser” genoemd. Hier ligt de basis voor zijn latere werk als beeldend kunstenaar.
Henk maakt na zijn middelbare schoolopleiding de keuze om naar de academie te gaan. Zijn vader stimuleert hem dat te doen, want hij tekent goed. Hij volgt de afdeling Tekenen & Schilderen. Na de academie breekt er een moeilijke tijd aan. In de na oorlogse tijd is er een groot te kort aan woonruimte, er heerst “woningnood”. In Oud-Delfshaven ontdekt zijn vader Dirk Mooij een leegstaande voormalige apotheek / waterstokerij. Het lukt om die te huren en wordt een ideale combinatie van atelier en woning. In het begin worden er exposities gehouden van voornamelijk tekenaars, onder wie Jan Kruis en Otto Dicke. Het schriftje met commentaar en handtekeningen van de bezoekers van de verschillende vernissages op Voorhaven 30B en kleine recensies uit de dagbladen is bewaard. De etalage van de winkel wordt ook gebruikt om exposities te houden van kunstenaars uit Delfshaven, waar vele vanwege de lage huren een atelier hebben in de vervallen panden daar. De sfeer van de kleine eens zelfstandige haven van Delft trekt artisten aan.
Maar nadat rond 1956 een tweedehands keramiek oven is gevonden kan het echte werk beginnen. Henk maakte in die tijd herkenbare beelden van klein formaat om toch af en toe iets te verkopen om brood op de plank te krijgen, want inmiddels was er een vrouw en een kindje bij gekomen. Deze tijd omschrijft hij als de beeldjesmakerij sterk beinvloed door Zadkine.
Het bevredigt hem echter niet om zo door te gaan. Hij zoekt naar andere inspiratie en die komt in de vorm o.a. van de wereldtentoonstelling van 1958 te Brussel, die hij samen met zijn vader bezoekt. Vooral het pavillioen van Le Corbusier en Philips met zijn beeld-geluid combinatie is naast al het andere indrukwekkend. Maar ook de maskers met de electronisch gemaakte geluiden hebben hem sterk beinvloed. In deze tijd krijgt hij een grote opdracht voor een tegeltableau van 7 bij 3 m. voor de Termaatstichting te Rotterdam. Deze opdracht geeft hem zelfvertrouwen om zijn eigen manier van werken te starten. Er ontstaan nu de “vrije plastieken”. Henk laat in dit werk de kneedbaarheid van klei zien. Henk: “Globaal gezien kan men zeggen dat elke plastiek een gebeurtenis is, die op een bepaald moment plaats vindt”. Hij spreekt van scheuren, rekken, stuiken vloeien, smelten, plooien, kerven enz. Om de houdbaarheid te garanderen moet de klei versteend worden in de oven. De huid van de plastieken geeft hij structuur met glazuur en slib engobes. Hij wil echter zeker niet als keramist bestempeld worden. Hij wil “een vormgever” zijn. Hij wil zich ook graag bezig houden met brons-gieten, maar de financiële middelen ontbreken. De periode in 1974 in het Keramisch Werkcentrum, dan in Heusden, levert hem giet en glazuur technieken op, die hem in de richting van puur keramisch werk drijven. Maar het werk wat hij daar maakt, staat eigenlijk erg op zichzelf.
Zijn werk blijft aanvankelijk absoluut abstract met thema’s en series. Als men zijn werk over langere periode beschouwd, zijn de volgende series te onderscheiden. De serie volkomen vrije vormen, de serie doorboringen, waarbij de zachte materie beïnvloed wordt door een harde stabiele vorm en de serie onderlinge botsingen. Dit vindt bijboorbeeld zijn invulling, in het onderzoek naar het vervormen van pijpjes, de kubus vervormingen, de serie pakket vervormingen, die overgaat in een systeem van blokjes, waarmee hij de meest ingewikkelde vormen kan samenstellen.
Dwars door deze werkzaamheden uit vrije wil, eist het gebonden werk uit opdrachten veel tijd op. Van uit het bedrijfsleven komen opdrachten, die hem geld opleveren om te blijven werken in verband met de kosten. Er zijn grote opdrachten bij in samenwerking met architecten, zoals het in beeld brengen van oliewinning in de hal van het Aramco gebouw in Leiden en de grote zuilen groep in de hal van Gom b.v. te Schiedam. Het is niet altijd gemakkelijk, om het juiste resultaat te bewerkstelligen gezien de invloeden van architect en opdrachtgever. De Aramco is circa 10 jaar later verhuisd en het werk is verloren gegaan. Dat is jammer en komt vaker voor bij bedrijven, die immers vaak van gebouw verwisselen.
Gelukkig is er documentatie en zijn er foto’s gemaakt en is er dus een beeld te vormen van het omvangrijke werk van Mooij in deze sector. Bij de Gom is er heel duidelijk een relatie tussen het vrije werk en het werk in opdracht. Het valt in de periode van de pijpjes.

Belangrijk blijft toch het vrije werk. Hij houdt zich gedurende een lange aaneen gesloten periode bezig met een enkel onderwerp, dat geleidelijk minder abstract wordt: vleermuizen, uitgevoerd op een fantasierijke decoratieve wijze of beweegbare objectjes met gewrichten of de vormen van de oorlog, zoals helmen. Er zijn een aantal exposities van dit werk geweest.

Henk Mooij kan ook een ware theoreticus zijn. Hij tekent hele schema’s om te zoeken naar nieuwe vormen. Daaruit ontstaat het serieële werk, waarbij de ene vorm in de andere over gaat. Het is dus niet verwonderlijk dat hij grijpt naar de mogelijkheden, die video in combinatie met de computer leveren, omdat vormen hier visueel kunnen overvloeien.

Nog een aantal onderwerpen zijn: het zoeken naar vormen, watersnood, dijken en kunst, huizen en fabeldieren en stapelingen.

Naast de vele door hem zelf aangedragen beinvloedingen is er ook van zijn vader en de antroposofie, de Jugendstil en de contemporaine kunst, die hij waarschijnlijk onbewust in zich opneemt, een invloed uit gegaan. De liefde voor de natuur en de natuurlijke vormen en de natuurlijke krachten staan eigenlijk hierbij centraal. Pal er tegenover, de zoon die zich verzet tegen de vader, staat het technische abstracte werk en niet symbolische wek, waarbij hij zich een bewonderaar van techniek toont, inclusief oorlogstuig. Het tegeltableau in Kralingen voor de Termaatstichting toont bijvoorbeeld ook een technische grijpvorm.

In 2001 wordt het hele atelier, sinds 1988 gevestigd in Drunen inclusief de ovens verkocht aan diverse particulieren o.a. aan de Kunstacademie te Den Bosch, die na de brand dankbaar gebruik maken van het aanbod. Zoon Diederik legt het contact.

Helaas krijgt Henk in 2005 de ziekte G.B.S. waardoor hij niet meer volledig over het volledige gebruik van zijn handen kan beschikken. Hij blijft echter creatief en legt zich toe op het schrijven van korte verhalen met ondermeer de volgende titels: Fata morgana. Spel op leven en dood, Vriendschap tot voorbij de grens, Defilee der onmondigen, De kuil, en zo meer.

Henk Mooij April 2008
Diederik Mooij September 2009

Henk spreekt nu anno 2009 zelf over negen verschillende periodes
Deze periodes verlopen geleidelijk
1. Vormen ontleend aan de natuur, b.v geologische formaties, gelaagdheden, smeltvormen enz.
2. Gebeurtenissen inherent aan het materiaal klei zoals: scheuring, doorboring, botsing, krimp enz.
3. Gestileerde en fantasie rijke dieren, zoals vleermuizen, reptielen, fantasie wezens, engelen enz.
4. Vormen die overgaan en opgebouwd zijn uit steriometrische elementen met de kubus als hoofdthema, zoals de blokkendoos
5. Het tekenen van schema's en systemen om vormveranderingen te onderzoeken.
6. Het maken van op schaal uitgevoerde ontwerpen voor toepassing in landschap of aan architectuur.
7. Ideeënkunst, zoals performances en denkbeeldige projecten.
8. Videoverhalen en korte vertellingen.
9. Tussen bovengenoemde perioden door, de uitvoering van decoratieve reliefs in bedrijven en andere organisaties als kerken en scholen en voor particulieren.

Henk Mooij 2009

2 opmerkingen:

Unknown zei

Goedemiddag,
Ik heb een aantal werken van Henk Mooij uit een erfenis,waaronder 2 stenen objecten,waarschijnlijk uit zijn gekerfde periode.
Het ene beeld is 34x34cm en het andere 27x27 cm.


Daarnaast heb ik nog een soort stenen zuil hoekig.
Het lijkt of er halverwege een druppel uitkomt.
Gekocht in December 1974 bij Atelier de Stroom.

Ook is er een soort zelfde zuil maar dan rond,gekocht in1976.

Is er een mogelijkheid dat ik u een paar foto,s stuur en is er zover u weet vraag naar diet soort objecten?
Misschien is er een waarde aan te verbinden?

Mvg,Carla Brouwer.

de eigenaar zei

Tot mijn grote schaamte zie ik uw bericht nu pas. De waarde varieert al naar gelang zijn aantrekkelijkheid. U kunt ze aanbieden op bijv. Catawiki, maar misschien heeft u dat al gedaan, want ik heb werk wat u beschrijft op het internet aangeboden gezien. Voor mijn documentatie zijn foto's welkom. Die kunt u sturen naar mijn email,
vriendelijke groet
D.Mooij